16 Soorten Pepers: Inmaken, Roken en Fermenteren
Rajco van WijkAls ik zo naar die grote witte schaal kijk, vol met allemaal verschillende kleuren en formaten pepers, dan voel ik tegelijk trots en een lichte paniek. Zestien verschillende soorten hebben we dit jaar gekweekt. Van kleine, zoete peppadewtjes tot vuurspuwende hete exemplaren die je een kwartier later nog voelt prikken op je vingers. En dan komt natuurlijk die vraag: wat doe je er allemaal mee?

Want laten we eerlijk zijn: je kunt maar een bepaalde hoeveelheid verse pepers door je maaltijden verwerken voordat iedereen aan tafel kreunt bij het zien van nóg een paprika. Dus werd de keuken een soort conserveringsworkshop, met overal potten, pannen en experimentele projecten.
De milde exemplaren: inmaken voor later
We zijn begonnen met de milde variëteiten. De Peppapeach Stripey, met die prachtige oranje strepen, en de Malawi Peppadew – die kleine, ronde exemplaren die eruitzien als kerstballen. Die zijn perfect om in te maken en later te vullen. Het proces is eigenlijk vrij eenvoudig: ik snijd de bovenkant eraf, haal de zaadjes eruit en blancheer ze kort in azijnwater met een beetje suiker en zout.
Wat ik zo fijn vind aan deze manier van bewaren, is dat je ze het hele jaar door kunt gebruiken. Vul ze met kruidenroomkaas, met een mengsel van quinoa en feta, of hak ze fijn door een salade. Ze blijven knappend en houden die zoete, fruitige smaak die verse pepers zo lekker maakt. En als je midden in de winter zo'n potje opentrekt, ruik je meteen weer de zomer.
Roken op de BBQ: smaak met een vleugje hout
Toen kwam het leukste deel: roken. Ik had al een tijdje zitten denken over hoe je pepers net dat beetje extra kunt geven, en rookt blijkt echt een gamechanger. We hebben de BBQ aangezet, niet te heet, en er wat rookchips bijgegooid. Dan leg je de pepers erop – vooral de middelhete en hete variëteiten zoals jalapeños en cayennes – en laat je ze een paar uur zachtjes roken.

De geur die daarbij vrijkomt is onbeschrijfelijk. Een beetje zoet, een beetje rokerig, en als de wind verkeerd staat loop je te hoesten omdat die capsaïcine door de lucht drijft. Maar het resultaat? Gerookte pepers met een diepe, complexe smaak die je in geen enkel winkelpotje vindt. Sommige heb ik daarna gedroogd en vermalen tot poeder, andere zijn in olijfolie gegaan voor een soort gerookte peperolie.
Fermenteren: van peper naar hotsauce
En dan het experiment waar ik het meest zenuwachtig over was: fermenteren. Ik had er wel eens over gelezen, maar het blijft toch spannend om met opzet iets te laten bederven – of nou ja, op een gecontroleerde manier laten gisten. Het principe is simpel: je hakt de pepers, mengt ze met zout (ongeveer 2-3% van het gewicht), stopt alles in een pot en laat het een paar weken staan.
De eerste dagen gebeurt er weinig. Maar na zo'n dag of vier begint het te borrelen. Kleine belletjes die omhoog komen. Het ruikt zuur, maar op een goede manier – een beetje zoals zuurkool, maar dan met een pittig tintje. Na drie weken heb ik alles gemixt met wat azijn en knoflook, en toen hadden we hotsauce. Zelfgemaakte hotsauce met die typische complexe smaak die gefermenteerde producten hebben. Iets zuurder, iets ronder dan gewone hotsauce.
Crispy chili: knapperig en verslavend
En toen was er nog een berg over. Vooral van die hete exemplaren waar je eigenlijk niet zoveel mee kunt. Toen herinnerde ik me een recept dat ik ooit online was tegengekomen: crispy chili. Je snijdt de pepers in dunne ringetjes, bakt ze krokant in olie met knoflook, suiker en sojasaus, en plots heb je iets dat je over nóódels, rijst, pizza, eigenlijk over alles kunt strooien.
Het is een beetje verslavend, moet ik toegeven. Die combinatie van zoet, zout en heet, met dat knapperige van de gebakken peper. We hebben er potten van gemaakt die binnen een paar weken alweer leeg waren. Het is eigenlijk meer een soort chili-knoflookolie geworden, met die krokante stukjes peper erin die je eruit kunt scheppen.
Te veel pepers, maar geen spijt
Waren het er te veel? Absoluut. Heb ik nog steeds pepers weggegeven aan buren, familie en iedereen die interesse toonde? Jazeker. Maar was het de moeite waard? Zonder twijfel. Elke variëteit had zijn eigen karakter, zijn eigen bestemming. De ene eindigde als zoet-zure snack, de ander als vuurspuwende hotsauce.
Wat ik vooral heb geleerd, is dat je met pepers echt alle kanten op kunt. Ze zijn zo veelzijdig. En ja, misschien plant ik volgend jaar iets minder variëteiten. Of misschien ook niet. Want als ik die potten in de voorraadkast zie staan, die flesjes hotsauce en die bakjes crispy chili, dan weet ik al: ik ga het gewoon weer doen.
Ben je ook benieuwd geworden om met verschillende pepersoorten te experimenteren? In ons peperzaad assortiment vind je verschillende variëteiten van mild tot heet. En voor nog meer inspiratie uit de moestuin kun je altijd een kijkje nemen bij onze andere blogs.